leesbevordering

10 verwondervragen

Je wilt leerlingen meer laten lezen en aan leesbevordering doen. Praten over boeken kan kinderen enthousiast maken om een boek te gaan lezen. En de leerling die het boek gelezen heeft kan oefenen om een mening te formuleren en het verhaal samen te vatten.
Maar praten over boeken is best lastig. Misschien grijpen leerkrachten daarom vaak naar andere werkvormen, zoals het maken van een boekendoos of het houden van een boekbespreking.
Dat kost wel veel tijd. En niet alle leerlingen zullen door zo’n opdracht meer plezier in lezen krijgen.

Wat zijn de mogelijkheden als je in de klas over boeken wilt praten?

Leespraat

Een bekende werkvorm is Leespraat. De leesomgeving. Vertel eens van Aidan Chambers. Hij heeft een methode ontwikkeld om diep inhoudelijk over boeken te praten.
Zijn werkvorm vraagt echter nogal wat concentratie, tijd en geduld van zowel de leerkracht als de leerlingen.
Ik heb het een keer geprobeerd en toen geconcludeerd dat het voor moeilijke en onrustige groepen niet werkt.

Werkblad

Een vaak gebruikte manier om leerlingen op een boek te laten reflecteren is ze een werkblad laten invullen. Dat kan ook in de vorm van een ‘vaantje’ dat je kunt ophangen, zodat je een slinger van boekbesprekingen krijgt. Slingerlezen, wordt dit genoemd.

Kinderen kunnen op zo’n werkblad invullen of ze een boek goed, slecht, saai, spannend, grappig of ‘nog wat anders’ vinden.

Het nadeel is dat kinderen om een oordeel wordt gevraagd.
En dat levert niet meteen een leuk gesprek op.

‘Hoe vond je het?’
‘Leuk.’
‘Waarom?’
‘Gewoon.’
‘Wat vond je leuk?’
‘Alles.’
‘Was het ook grappig?’
‘Ja.’

Soms staan er ook andere vragen op een werkblad. ‘Wie is de hoofdpersoon?’ of ‘Wat is het vertelperspectief?’. Dan wordt het een soort toets en ook dat bevordert geen leesplezier.

Verwondervragen

Ik wil je laten kennismaken met een paar open vragen, die bedoeld zijn om:

  • over het verhaal te praten
  • beter te luisteren
  • beter te lezen
  • meer plezier te beleven aan verhalen
  • je te verwonderen
  • je eigen fantasie te stimuleren
  • je nieuwsgierig te maken naar nieuwe verhalen.

Ik noem dit verwondervragen. Ik heb er een bestand van gemaakt dat je hier kunt downloaden.

Hoe werkt het?

Na het voorlezen van een verhaal of hoofdstuk, kies je een vraag uit. Vervolgens ontstaat er een korte discussie van 2 tot 5 minuten. Levert een vraag niets op, dan kies je een andere.

Zijn er veel kinderen die nog willen doorpraten? Laat ze dat in kleinere groepjes doen. Of geef een schrijf- of tekenopdracht n.a.v. de vraag die je gesteld hebt.

Voorbeeld: Vinden ze een verhaal over een vierkante zon raar? Misschien kunnen ze zelf een verhaal schrijven over iets dat vierkant is en dat niet hoort te zijn. Een vierkante fiets? Een vierkant hoofd?

Een verwondervraag vraagt kinderen niet om een oordeel te geven, maar om mee te gaan in de fantasie van de schrijver.

Loading

Nieuwe website: Lekkerlezen.nu

Er is een nieuwe website over kinderboeken! Kinderboekenmakers geven tips over kinderboeken.

Schrijvers en illustratoren komen vaak op scholen om over boeken te praten. Zij weten als geen ander wat kinderen graag lezen. De schrijvers die meewerken aan deze site zijn ook ‘Schoolschrijver. Zij lezen veel kinderboeken en geven lessen en workshop over boeken, schrijven en leesbevordering.

Tijdens schoolbezoeken vragen kinderen vaak: ‘Wat vindt u leuke boeken? Wat leest u zelf?’ Het is daarom heel logisch om kinderboekmakers naar hun boekentips te vragen. Hieruit is de website Lekkerlezen.nu ontstaan. Kinderboekmakers delen hun enthousiasme voor de beste en leukste kinderboeken. Je krijgt dus boekentips van kinderboekenmakers!

De site is bedoeld voor kinderen, ouders, leerkrachten en andere geïnteresseerden.
Je zult er geen kritiek vinden, want we bespreken alleen boeken waar we enthousiast over zijn.

Op ‘Lekker lezen nu’ vind je de beste boekentips van de leukste kinderboekenmakers!

LET OP: De website eindigt niet op .nl maar op .nu.

 

Wat?

De recensies zijn kort en krachtig. Je leest of hoort over elk boek:

  • wat het is: waar het over gaat;
  • voor wie het geschikt is;
  • waarom de tipgever er zo enthousiast over is.

Je kunt op de website geen boeken bestellen. Daarvoor ga je naar je lokale boekwinkel.

Bij het zoeken kun je kiezen voor:

  • Leeftijd: kies voor welke leeftijd je een kinderboek zoekt.
  • Soort boek: kies het genre.
  • Tips van kinderboekmakers: selecteer jouw favoriete kinderboekenmaker en kijk wat hij of zij adviseert.
  • Of kies een trefwoord!

Waarom?

Wat maakt deze website anders dan de recensie-website die er al zijn?

1. Doordat de recensies kort en helder zijn, is de website ook geschikt voor kinderen. Zij kunnen zoeken op leeftijd en kijken of ze leuke boeken zien.

2. Op deze website wordt geen kritiek gegeven. Wij bespreken alleen boeken waar we enthousiast over zijn. Stomme of minder leuke boeken bespreken we niet. Vaak is leuk of stom ook een kwestie van smaak. Ons idee is dat je het best positief over boeken kunt spreken. Wij spreken geen waarde-oordeel uit of een boek ‘literair’ is.

3. Wij bespreken ook boeken die al langer geleden verschenen zijn. Soms duurt het een paar jaar voordat mensen ontdekken hoe goed een boek is. Recensenten bespreken doorgaans alleen wat net verschenen is. Het kan gebeuren dat een boek niet meer in de winkel ligt. In dat geval kun je het vast nog wel in de bibliotheek vinden.

Wie?

Ik heb de website bedacht en gemaakt. Diverse kinderboekenmakers maken tips, waaronder: Claudia Jong, Aby Hartog, Li Lefébure, Marlies Verhelst en Kate Schlingemann. Op de pagina Wie? kun je op hun foto klikken en hun website bezoeken.

De illustraties op de website zijn van schrijver en illustrator Iris Boter, www.irisboter.nl, bekend van de boeken van Juf Braaksel, Herre, De Dieren Ridders en heel veel andere boeken.

Loading

Mag een kind alles lezen?

In 2017 schreef ik een artikel Weg met AVI, waarin ik verschillende leerkrachten, ouders en bibliothecarissen aan het woord liet.
Deze cartoon sluit er mooi bij aan. Ook hierbij ontstond weer veel discussie. Lees verder onder de cartoon.

Bibliothecaris: Maar het moet wel aansluiten bij hun belevingswereld toch? En een kind van 10 wat goed leest en dan een boek over drugs en seks leest … want daar gaan de boeken voor een ouder kind ook wel over … Hoe sta je daar dan tegen over??

Rian: Ik denk niet dat kinderen uit zichzelf die boeken zullen kiezen. En als ouders zul je je kind begeleiden.

Docent Nederlands: Kinderen die nog niet toe zijn aan bepaalde thema’s, pakken die vanzelf niet op. Voorbeeld: ik ben als meisje van 9 drie keer naar de film Grease geweest. Pas toen ik hem als volwassene nog eens zag, viel me op dat er een abortus in voorkomt. Ik heb dat als meisje gewoon helemaal gemist, omdat het buiten mijn belevingswereld viel. Als kinderen boeken lezen waarin sex voorkomt en ze zijn daar nog niet mee bezig, dan zullen ze er of overheen lezen of ze vinden het een stom/vies boek en leggen het weg. Laat kinderen aan elk boek beginnen dat ze willen, zou ik zeggen. Ik ben allang blij dat ze lezen! (Ik ben docent Nederlands)

Schrijfster: bij mij op school hanteerden ze ook een “dit mag je wel/niet lezen”, maar dan op het vermeende leesniveau. Omdat ik niet snel genoeg hardop kon lezen (in mezelf lezen kon ik altijd wel heel snel, maar hardop struikelde ik over het sneller lezen dan uit kunnen spreken, waardoor het veel langzamer ging), mocht ik in de bovenbouw niet de “moeilijke” boeken lezen. Terwijl ik thuis oa boeken van Elizabeth George las…

Ouder: Mee eens. Mijn dochter las Matilda in groep 3 en las daarna alles. De juf zei tot die tijd dat ze in de klas alleen AVI boekjes mocht lezen, het arme kind! Ze zei, ik ben óók een beetje Matilda, mama. Een boek als Polleke van Guus Kuijer vond ze als 8-jarige niet leuk om te lezen. Maar wel Harry Potter, alle delen. Maar goed. Ze vreet boeken.

Lees de discussie op Facbook hier.

Lees de discussie op Twitter hier.

Loading

Boekbespreking over Blitz? Nieuwe materialen!

Hou je een spreekbeurt over Blitz?
Maak hem extra leuk door een kleurplaat (pdf), boekenlegger (pdf) en interview (pdf) met de makers te downloaden!


Trailers

Er zijn ook leuke trailers, die je kunt laten zien op het bord.

Poster

Als je schrijver Rian Visser uitnodigt via De schrijverscentrale, krijg je – zolang de voorraad strekt – een mooie poster voor de school en voor elke leerling een gave boekenlegger.

Loading

Het geheim van de groene straat – In de klas

Veel leerkrachten werken in de Kinderboekenweek Gi-ga-groen met het leesboekje Het geheim van de groene straat.
Ik maakte er een digibordles (pdf) bij en vertel op video over het boek. Ook kun je een video van het gedicht Meer groen bekijken.
De poster kun je downloaden via de uitgeverij.

Op deze pagina ga ik foto’s verzamelen van de resultaten en van extra ideeën.
Kijk maar hoe leuk!

Gedicht Meer groen

Leerkracht Elles Stoffer Vermeij bekeek met groep 3 de video Meer groen en maakte en een taal- en tekenles bij.

 

 

Loading

Sef doen!

Mijn dochter riep als dreumes altijd: ‘Sef doen!’, wat natuurlijk ‘zelf doen’ betekende. Waarschijnlijk is dit heel herkenbaar voor veel ouders. Zelf doen is belangrijk, maar op school wordt van leerlingen nog heel vaak gevraagd dat ze passief luisteren, voordat ze aan de slag mogen.
Ik heb zelf altijd moeite gehad met luisteren als ik niks om handen had. Op de middelbare school zal ik daarom altijd te breien in de les. Dat hielp me om rustig te blijven.
Nu zie ik vaak kinderen met ADHD-speeltjes rommelen. Als ik ze laat tekenen en schrijven, kunnen die dingen weg en kunnen ze zich concentreren op wat ik vertel. Daarover gaat dit artikel.

Even terug naar mijn dochter. Toen ze, allang geen dreumes meer, toegepaste psychologie studeerde, moest ze workshops leren geven en daarvoor activiteiten bedenken. ‘Mensen leren alleen van zelf doen,’ vertelde ze me. ‘Als ze informatie enkel horen, nemen ze het niet op.’

Ik dacht aan de lezingen en schoolbezoeken die ik vaak gaf.
Ik vertel kinderen bijvoorbeeld wat de ingrediënten zijn van een verhaal. Weten ze dat daarna? Mwah. Misschien kunnen ze herhalen wat ik gezegd heb, maar kunnen ze het toepassen? Nee.
Ik vertel ouders dat voorlezen belangrijk is. Ze horen wat ik zeg, maar veranderen ze hun gedrag? Nee.
Ik vertel leerkrachten dat ze zelf kinderboeken moeten lezen. Doen ze dat als ik het zeg? Nee.

Ik probeerde al wel mijn lezingen interactiever te maken, maar besloot dat ik nog meer activiteiten moest bedenken en nog minder zelf aan het woord moest zijn. Een workshop is niet: luisteren en vragen mogen stellen. Het is: ervaringen opdoen en daardoor je kennis vergroten of je gedrag aanpassen.

Workshop voor leerkrachten

Mijn dochter ging mee naar een workshop die ik gaf voor leerkrachten. Ik had haar advies ter harte genomen. In plaats van de leerkrachten te vertellen dat ze kinderboeken moesten lezen, had ik een afbeelding met diverse kinderboekfiguren gemaakt, die de leerkrachten moesten herkennen. Een leuk spel en meteen was duidelijk welke mensen hier een tandje konden bijzetten.
Daarna gaf ik geen lezing, maar liet de leerkrachten discussiëren bij een aantal stellingen over o.a. het belang van lezen en een goede schoolbieb. Waaraan moet die schoolbieb voldoen? Is een goede schoolbieb belangrijk?
Tot slot liet ik een foto van hun eigen bieb zien: boeken plat op stapels. Een puinhoop. Geen goede manier om te zoeken. Niet aantrekkelijk.
Het beeld kwam binnen. Een paar weken later was de schoolbieb op orde gebracht. Deze school had al eerder Schoolschrijvers gehad en die hadden misschien ook wel verteld dat een goede schoolbieb belangrijk was. Ik liet het ze zelf zeggen en doen. Dat hielp.

Ouderbijeenkomst

Bij ouderbijeenkomsten had ik vaak het gevoel dat er beleefd geluisterd werd, maar dat de boodschap (het belang van thuis lezen en voorlezen) niet aankwam. Ik besloot mijn boodschap voor me te houden en liet ouders in tweetallen met elkaar praten over de voorleeservaringen die ze als kind hadden gehad. Het lokaal vulde zich meteen met gezellig geroezemoes. Daarna vroeg ik wie er een mooie ervaring wilde delen. Ouders deelden ontroerende voorbeelden. Soms waren er thuis geen boeken, maar kon een ouder wel mooi vertellen. Of was er een oudere broer of zus die voorlas.
Daarna gaf ik de opdracht om in tweetallen met elkaar praten over de boeken die de ouders zelf aan hun eigen kind voorlazen. Vooral op scholen waar veel ouders waren met niet-Nederlandse afkomst heerste er dan een ongemakkelijke stilte. ‘Als je niet voorleest, kun je er samen over praten hoe dat komt. Waarom jij je kind niet die ervaring kan geven, waar je zelf vroeger zo van genoot. Misschien kunnen jullie elkaar adviezen geven.’ Dat kwam binnen. Er werd gepraat en daarna gaven de ouders elkaar adviezen.

Schoolbezoek voor kinderen

Bijna wekelijks heb ik een schoolbezoek voor kinderen. De bedoeling is dat ik over mijn boeken vertel en aan leesbevordering doe. Vaak krijg ik vragen als: ‘Wat is je lievelingskleur? Hoeveel boeken heb je geschreven?’ Ik probeer dat onderdeel kort te houden, want ik wil iets aanzwengelen. Ik wil kinderen enthousiast maken voor verhalen bedenken, schrijven en lezen.
Ik wil dat ze snappen hoe een verhaal in elkaar zit. Natuurlijk kan ik vertellen wat de ingrediënten zijn voor een verhaal, maar geconcentreerd luisteren is lastig. Dat merk ik al met vragen van het niveau lievelingskleur. Die stellen ze soms wel drie keer en niemand hoort het antwoord.
Om iets te beheersen moet je het oefenen en toepassen. Eén van de werkvormen die ik daarom gebruik is tekenen en schrijven terwijl ik een ‘fantasieverhaal’ vertel. Ik bied al vertellend elementen van een verhaal aan. De kinderen tekenen terwijl ze luisteren. Ze passen wat ik vertel direct toe en maken ze het zichzelf eigen. Ze ervaren het verband tussen wat ze zelf doen en hoe ik als schrijver werk. Tussendoor geef ik extra informatie en uitleg.

Leerkracht zijn vaak verbaasd dat een drukke klas keihard aan het werk gaat. Dat de kinderen betrokken zijn. Soms wordt het rumoerig; dan willen de kinderen meteen aan elkaar vertellen wat ze gemaakt hebben. Ik vraag ze dan toch om nog even alles voor zichzelf te houden en stil te werken. ‘Aan het eind van de les mogen jullie elkaar alles vertellen,’ zeg ik dan. ‘En dan maken we ook samen nog een verhaal.’

In principe heeft elk kind aan het eind van de les zelf een verhaal in zijn hoofd. Het valt soms niet mee om alles in één uur te proppen. Van andere schrijvers hoor ik weleens dat een uur lang is: ik kom met deze werkvorm eigenlijk altijd tijd tekort. Toch doe ik minder. Ik vind het prettig dat ikzelf minder centraal sta. Het is heel vermoeiend om een uur lang vragen over je lievelingskleur te beantwoorden. Als ik zie wat kinderen zelf maken, laad ik me daarmee op. Ik word enthousiast van hun ideeën.
Soms word ik even bij de les gehouden. Een meisje blokkeerde, er kwam niets op haar blaadje. Ik probeerde haar te sturen met een paar ideeën: ‘Doe dan gewoon dit of dat?’. Boos schudde ze haar hoofd. ‘Dan heb jij het bedacht en niet ik!’ Ik liet haar met rust en even later zag ik dat ze hard aan het werk was. Ik nam zelf haar verzonnen planeet expres als voorbeeld bij het gezamenlijke verhaal dat we daarna maakten.

Na afloop vraag ik vaak: ‘Hebben jullie wat geleerd?’. Altijd is het antwoord: ‘Heel veel!’. Ook de leerkracht is het daar dikwijls mee eens.

Is dit breder toepasbaar?

Ik geef alleen lessen over lezen en schrijven. Zou een dergelijk werkvorm ook te gebruiken zijn bij bijvoorbeeld zaakvakken? Zou je een aardrijkskundeles kunnen geven, waarbij kinderen ondertussen tekenen terwijl je vertelt? Een geschiedenisles of rekenles? Ik ben heel benieuwd of er leerkrachten zijn die ook een dergelijke werkvorm gebruiken. Ik hoor het graag in de reacties hieronder of via de mail.

 

Loading

Mijn bibliotheek Top 25

Eén keer per jaar is er een afrekening. Niet in het criminele circuit: dat is veel vaker. Ik bedoel de afrekening van de uitleenvergoeding! Schrijvers krijgen voor elk boek dat in de openbare bibliotheek wordt uitgeleend een kleine vergoeding. Dat is een paar cent per boek, maar vele kleintjes maken één grote. Het is goed dat die vergoeding er is, want anders konden velen van ons niet van schrijven leven.

In 2014 begon ik met het maken van een Top 10 van de meest uitgeleende boeken. Dat werd geleidelijk aan een Top 25.

Daling

Opnieuw zien bijna alles schrijvers een daling in het aantal uitleningen, terwijl het aantal uitgeleende titels stijgt.
Enerzijds zal dat door corona komen: bibliotheken waren enige tijd dicht.
Anderzijds komt het omdat bibliotheken collecties verplaatsen naar scholen, en scholen hoeven geen uitleningen te registeren. Gelukkig ziet het ernaar uit dat dat komend jaar gerepareerd gaat worden in de wet. Want de uitzondering voor scholen was niet bedoeld voor echte bibliotheekcollecties.
Ook minibiebjes en Kinderzwerfboek kunnen een rol spelen. De openbare bieb is natuurlijk veel beter voor kinderen (meer keus, nieuwste boeken, gratis), maar door de sluiting van veel filialen zijn deze niet altijd bereikbaar voor kinderen.

In een tabel ziet dat er zo uit.

Mijn uitleen top 25 van 2021

In totaal werden er 137 titels van mij uitgeleend.
In 2021 waren er 63.029 (geregistreerde) uitleningen. Dat zijn er 11.850 minder dan in 2020.
Dat heeft dat te maken met de sluiting van de bibliotheek dit voorjaar in verband met corona. Alle auteurs hebben hier last van.
Dat zijn 172 boeken per dag (als de bibliotheek 365 dagen per jaar open is). Vorig jaar was dat nog 205 boeken per dag.

Alle 5 delen van Blitz! doen het goed. ! Kijk op www.blitzboeken.nl.
Ook de serie Zar (Game-Lezen) doet het goed. Deze verhalen spelen zich af in een Minecraft-achtige game.
Daarnaast is de serie Robotoorlog populair. Deze serie is zeer geschikt voor stoere lezers vanaf 9 jaar, gezet in dyslexie lettertype. Kijk op www.robotoorlog.nl.

Mijn uitleen top 25 van 2020

Cijfers lager i.v.m. sluiting bibliotheek

In totaal werden er 137 titels van mij uitgeleend.
In 2021 waren er 74.879 (geregistreerde) uitleningen. Dat zijn er 14.498 minder dan in 2019.
Dat heeft dat te maken met de sluiting van de bibliotheek dit voorjaar in verband met corona en met de schoolbibliotheken die geen uitleningen registreren.

Mijn uitleen top 25 van 2019

In totaal werden er 123 titels van mij uitgeleend.
In 2019 waren er 89.377 (geregistreerde) uitleningen.

Mijn uitleen top 20 van 2018

Mijn uitleen top 10 van 2017

Mijn uitleen top 10 van 2016

top10rianvisser2016

Mijn uitleen top 10 van 2015

Mijn uitleen top 10 van 2014

Loading

Houdt jouw kind niet van lezen? 12 video’s over over Robotoorlog

Houdt jouw kind niet van lezen? Misschien heeft hij of zij nog niet het boek gevonden dat bij hem of haar past!

De serie Robotoorlog is geschreven voor kinderen die van actie houden. Er gebeurt veel, je kunt er veel van leren, het is spannend en er wordt rijke taal gebruikt. De serie is niet zo gewelddadig als misschien lijkt: maar wel voor stoere kinderen. Mensen vechten tegen robots. Er vloeit weinig bloed, want mensen helpen elkaar tegen de bedreiging van de machines.

Robotoorlog is een serie als geen andere. Daarom heb ik 12 korte video’s gemaakt, waarin ik meer uitleg geef. Hieronder zie je ze. Kies maar uit welke je wilt zien!

Zwakke lezers

In deze video vertelt Rian Visser waarom de boeken heel geschikt zijn voor kinderen of volwassenen die niet zo makkelijk lezen. Er is een dyslexie-lettertype gebruik. Er zit veel vaart in het verhaal. De hoofdstukken zijn kort. Flashbacks staan in een grijs kader. Het verhaal wordt zoveel mogelijk chronologisch verteld.

Voeding

In deze video hoor je welke rol voeding speelt. Stel dat robots de baas worden over een voedselfabriek en giftig voedsel gaan maken? Robots hoeven niet te eten, maar mensen wel. Kan voedsel gebruikt worden als wapen?

Vechtsport

In deze video hoor je waarom Rian Visser een serie wilde schrijven over vechtsporten. Veel kinderen zitten op judo, jiujitsu, taekwondo, aikido, boksen, kungfu of een andere vechtsport. Er bestaan bijna geen boeken over.

Spannend

In deze video vertelt Rian Visser dat ze zin had om een écht spannend verhaal te schrijven. Gewoon, omdat veel mensen daarvan houden.

Pesten en ruzie

In deze video vertelt Rian Visser dat haar boeken niet aanzetten tot geweld. Aikido wordt op scholen vaak gebruikt om kinderen te leren hoe ze een gevecht kunnen vermijden of voorkomen. Zowel fysiek als geestelijk moet je proberen om je in de tegenstander te verplaatsen. Door begrip te hebben voor diens standpunt is een gevecht vaak niet nodig. Word je toch aangevallen, dan kun je leren om je zo te verdedigen dat je de ander geen schade toebrengt.

Perspectief

In deze video vertelt Rian Visser over het wisselende perspectief. Het verhaal wordt vanuit Denny, Tilia, Arion of Panthera vertelt. In de sleutel aan het begin van het hoofdstuk kun je zien via welke hoofdpersoon je op dat moment het verhaal beleeft.

Oosterse kennis

In deze video vertelt Rian Visser over de Oosterse kennis die ze opdeed door jarenlang niet alleen vechtsporten, maar ook shiatsu massage te leren. Daarbij kreeg ze les in Chinese Traditionele Geneeswijzen (TCM). Onderdelen van deze oude kennis heeft ze in het verhaal gebruikt, zoals bijvoorbeeld ‘kyo’ en ‘jitsu’.

Natuur

In deze video hoor je dat er in de boeken ook veel kennis over de natuur verstopt zit. Wist je bijvoorbeeld dat de takjes van een acacia hol zijn?

Ki en mushin

In deze video hoor je meer over de spirituele achtergronden van vechtsporten, zoals een kalme geest (mushin), gebruik van energie (ki) en focus op je centrum (hara).

Fantasie

In deze video vertelt Rian Visser hoe ze door het bedenken van nieuwe robots de fantasie van kinderen wil prikkelen. Sommige robots die ze bedacht bleken werkelijk te bestaan. Andere zijn nog in ontwikkeling of komen nog. Als je door het schrift van Arion bladert, zie je welke robots bedacht zijn.

Diversiteit

In deze video vertelt Rian Visser over diversiteit. Zij wil dat alle kinderen zich in de verhalen kunnen herkennen. Daarom komen alle huidskleuren voor en hebben veel mensen zelfverzonnen namen. Ook is niet duidelijk in welk land het verhaal zich afspeelt.

AVI en leeftijd

In deze video hoor je dat de boeken expres niet op AVI-niveau geschreven zijn. De boeken zijn geschikt voor kinderen vanaf ongeveer 10 jaar en er is geen bovengrens.

Loading

Kinderboekenweek 2021: Worden wat je wil

De Kinderboekenweek 2021 gaat over beroepen. Het motto is: Worden wat je wil. De Kinderboekenweek duurt van 6 t/m 17 oktober 2021.

Je kunt mij uitnodigen via de Schrijverscentrale. Als Corona weer oplaait kan het worden omgezet naar digitaal of worden verplaatst. Ik behandel boeken die een relatie hebben met het thema, maar ook de series Blitz!, Zar en Robotoorlog, want het gaat uiteindelijk om leesbevordering. Overleg over de inhoud is altijd mogelijk.

Leerkracht n.a.v. digitaal schoolbezoek: ‘Hoi Rian, De kinderen hebben ontzettend genoten! Ze hebben na afloop aan de hele klas hun tekeningen laten zien. Ik stuur ze je per mail. Super bedankt voor dit inspirerende bezoek!’

Ik maakte speciaal voor deze Kinderboekenweek een kort filmpje om over mijn boeken te vertellen. Leuk om op het digibord te vertonen!

Toneelstuk beroepen

Ik maakte een toneelstuk bij het versjesboek De boekenbus. De bus is stuk. Mensen met verschillende beroepen komen voorbij en bedenken een oplossing. Dit toneelstuk past goed bij het thema beroepen. Je mag het nog steeds gratis downloaden (pdf).
Het boek De boekenbus is te leen in de bibliotheek of te bestellen via mij.

Onderbouw

In het prentenboek De wedstrijd van Schildpad en Haas maken de kinderen kennis met diverse beroepen die met sport te maken hebben. Er is een sporter, trainer, EHBO-er, cateraar, scheidsrechter en iemand die de medailles uitreikt.

Bij het prentenboek hoort een uitgebreide gratis digibordles.

De drie dappere paardjes uit het prentenboek Drie dappere paardjes hebben er genoeg van om alleen maar in de wei te staan. Ze willen iets worden. Maar wat? Vlekje wordt een boerderijpaard. Vosje wordt een rijpaard. En Zwartje? Hij kan niets bedenken. Maar dan wordt er in de wei naast zwartje een circustent opgezet … Een ideaal prentenboek om met kinderen te praten over wat ze worden willen.

Bij het prentenboek hoort een gratis digibordles. De Kleuteruniversiteit heeft een talentenproject rondom dit boek.

Middenbouw

Ik schreef de bundel Daar komt aap. In de bundel zitten zes verhalen van AVI Start tot E3. Het is uitgegeven door uitgeverij Gottmer.

Aap is sip. Hij heeft geen geld en geen baan! Op zoek naar rijkdom stort hij zich van het ene baantje in het andere. Het liefst wil hij bouwvakker, ober of astronaut worden. Helaas zijn die banen al bezet. Daarom begint hij een ijsbaan. Als het ijs smelt wordt Aap achtereenvolgens mijnwerker, kok, kapper, tuinman en straatartiest. Het valt niet mee, maar gaandeweg lukt het hem om zijn droom waar te maken.

Bij deze bundel hoort een gratis digibordles (pdf). In de bundel kun je het derde verhaal Aap naar de stad gratis lezen. En er staan een paar leuke opdrachten in.

Daar komt aap

Zar-serie. Zar is een speler uit een game. In het spel kiezen de spelers hun eigen beroep: Zar is treinmachinist, Lina is boerin, Alp is muzikant en Didi is ridder. Er zijn 7 boeken verschenen van AVI start tot E4.

Daarnaast geef ik aandacht aan het nieuwe deel van Blitz.

Bovenbouw

Duizend levens, dichtbundel, Uitgeverij zwijsen. Het titelgedicht Duizend levens gaat over alle duizenden levens die je zou kunnen leiden: superheld, ninja, profvoetballer. Genoeg om hierna klassikaal over te hebben dus!

Ook zal ik bij de serie Robotoorlog (leesboeken met dyslexielettertype), Help, de robots staken (kijkverhaal) en Wat slim, een robot (informatief) ingaan op beroepen in de toekomst. Nemen de robots al het werk van ons over? En stel dat er dan een virus komt en de robots gaan staken?

Illustraties in kinderboeken en fantasieverhaal

Afgelopen jaren heb ik steeds een nieuw fantasieverhaal geschreven bij het thema van de Kinderboekenweek. Dit jaar komt er geen nieuw verhaal. Ik vond het thema ‘beroepen’ hiervoor niet zo geschikt. Maar de vorige verhalen zijn nog te downloaden.

Een fantasieverhaal is een verhaal dat bedoeld is om de fantasie bij kinderen te prikkelen. Zij tekenen terwijl een volwassene het verhaal voorleest en vullen zelf de belangrijkste elementen van het verhaal in. Aan het eind van de opdracht heeft elk kind zijn eigen verhaal getekend.

Het document fantasieverhalen kun je downloaden via de pagina Downloaden extra materiaal. Het wachtwoord staat bovenaan elke nieuwsbrief Tips leesbevordering.

In de digibordles Illustraties in kinderboeken laat ik diverse manieren van illustreren zien. De les maakt kinderen meer bewust van de tekeningen in boeken. Ze zien hoe ook in het beeld het verhaal verteld wordt. Deze les is prima om te doen voorafgaand aan de tekenopdracht met het fantasieverhaal.

Downloaden gratis digibordles (pdf).


Lessen bij de vorige thema’s

Kinderboekenweek 2020: En toen?
Kinderboekenweek 2019: Reis je mee?
Kinderboekenweek 2018: Kom erbij!
Kinderboekenweek 2017: Griezelen
Kinderboekenweek 2016: Voor altijd jong
Kinderboekenweek 2015: Raar maar waar
Kinderboekenweek 2014: Feest!
Kinderboekenweek 2013: Klaar voor de start
Kinderboekenweek 2012: Hallo wereld!
Kinderboekenweek 2011: Maak je eigen superheld!

Loading