Je wilt leerlingen meer laten lezen en aan leesbevordering doen. Praten over boeken kan kinderen enthousiast maken om een boek te gaan lezen. En de leerling die het boek gelezen heeft kan oefenen om een mening te formuleren en het verhaal samen te vatten.
Maar praten over boeken is best lastig. Misschien grijpen leerkrachten daarom vaak naar andere werkvormen, zoals het maken van een boekendoos of het houden van een boekbespreking.
Dat kost wel veel tijd. En niet alle leerlingen zullen door zo’n opdracht meer plezier in lezen krijgen.
Wat zijn de mogelijkheden als je in de klas over boeken wilt praten?
Leespraat
Een bekende werkvorm is Leespraat. De leesomgeving. Vertel eens van Aidan Chambers. Hij heeft een methode ontwikkeld om diep inhoudelijk over boeken te praten.
Zijn werkvorm vraagt echter nogal wat concentratie, tijd en geduld van zowel de leerkracht als de leerlingen.
Ik heb het een keer geprobeerd en toen geconcludeerd dat het voor moeilijke en onrustige groepen niet werkt.
Werkblad
Een vaak gebruikte manier om leerlingen op een boek te laten reflecteren is ze een werkblad laten invullen. Dat kan ook in de vorm van een ‘vaantje’ dat je kunt ophangen, zodat je een slinger van boekbesprekingen krijgt. Slingerlezen, wordt dit genoemd.
Kinderen kunnen op zo’n werkblad invullen of ze een boek goed, slecht, saai, spannend, grappig of ‘nog wat anders’ vinden.
Het nadeel is dat kinderen om een oordeel wordt gevraagd.
En dat levert niet meteen een leuk gesprek op.
‘Hoe vond je het?’
‘Leuk.’
‘Waarom?’
‘Gewoon.’
‘Wat vond je leuk?’
‘Alles.’
‘Was het ook grappig?’
‘Ja.’
Soms staan er ook andere vragen op een werkblad. ‘Wie is de hoofdpersoon?’ of ‘Wat is het vertelperspectief?’. Dan wordt het een soort toets en ook dat bevordert geen leesplezier.
Verwondervragen
Ik wil je laten kennismaken met een paar open vragen, die bedoeld zijn om:
- over het verhaal te praten
- beter te luisteren
- beter te lezen
- meer plezier te beleven aan verhalen
- je te verwonderen
- je eigen fantasie te stimuleren
- je nieuwsgierig te maken naar nieuwe verhalen.
Ik noem dit verwondervragen. Ik heb er een bestand van gemaakt dat je hier kunt downloaden.
Hoe werkt het?
Na het voorlezen van een verhaal of hoofdstuk, kies je een vraag uit. Vervolgens ontstaat er een korte discussie van 2 tot 5 minuten. Levert een vraag niets op, dan kies je een andere.
Zijn er veel kinderen die nog willen doorpraten? Laat ze dat in kleinere groepjes doen. Of geef een schrijf- of tekenopdracht n.a.v. de vraag die je gesteld hebt.
Voorbeeld: Vinden ze een verhaal over een vierkante zon raar? Misschien kunnen ze zelf een verhaal schrijven over iets dat vierkant is en dat niet hoort te zijn. Een vierkante fiets? Een vierkant hoofd?
Een verwondervraag vraagt kinderen niet om een oordeel te geven, maar om mee te gaan in de fantasie van de schrijver.