In de Kerstvakantie stuurde ik de Tip leesbevordering Weg met AVI? Hierin kwam de nieuwe serie Tijgerlezen van uitgeverij Querido aan bod en ik liet een paar spannende nieuwe AVI-boeken zien.
Ik vroeg: Wat vind jij? Werkt het leesbevorderend om AVI los te laten? Of is AVI toch juist een handig hulpmiddel voor het kiezen van geschikte boeken? Mail mij jouw ervaring en mening! Ik kan jullie feedback weer doorgeven aan de diverse uitgevers en zo kunnen we er samen voor zorgen dat er goede boeken komen.
Mijn mening
Mijn mening stond niet in de Tip, maar ik wil hem best delen. Ik heb veel ervaring met AVI-schrijven en zie het als een uitdaging om binnen die richtlijnen een spannend, grappig en leuke leesboek te maken (zie afbeeldingen).
VOOR: Vooral voor groep 3 en 4 zijn de AVI-aanduidingen een handig hulpmiddel, omdat kinderen dan de basis leren. Ook in groep 5 t/m 8 kan het handig zijn om te zorgen dat kinderen niet gefrustreerd raken door te moeilijke boeken. Ook handig zijn de series Zoeklicht (laag AVI hoge leeftijd) en Bolleboos (hoog AVI lage leeftijd) van uitgeverij Zwijsen.
TEGEN: Leren lezen en leesplezier ontwikkelen is echter maatwerk. Er zijn beginnende lezertjes die zich op een moeilijk non-fictie boek storten omdat het onderwerp hen boeit. Hen dwingen om een AVI-boek te lezen is niet effectief. Je kunt dan beter gaan samenlezen met dat te moeilijke boek.
TEGEN: Als schrijver heb ik soms moeite met AVI start, omdat er dan nog echt bijna niks mag. Zelfs niks en niet mag niet.
Op AVI M6 en hoger schrijven kan soms ook lastig zijn.
‘Kom je?’
‘Straks.’
‘Okee!’
Zo’n dialoog kan absoluut niet (veel te korte zinnen), terwijl ze een verhaal wel vaart kunnen geven. Afgewisseld met lange, moeilijke zinnen, vind ik dat het wel zou moeten mogen. Dit houdt een boek lekker leesbaar. Soms zoek ik me rot naar woorden die ik kan vervangen door langere synoniemen om het AVI maar te halen. Bijvoorbeeld opa steeds vervangen door grootvader. Maar welk kind zegt grootvader? En ik moet veel samengestelde zinnen maken om het juiste AVI te kunnen bereiken.
VOOR: Ik vind het daarentegen erg leuk om voor lesmethodes teksten te mogen schrijven die vol zit met leesmoeilijkheden, zoals klinkerbotsingen of th-woorden. Deze korte teksten zijn soms wat gekunsteld, maar dat kan juist grappig zijn. Bijvoorbeeld een gedicht schrijven met heel veel ij en ei of reeks appjes bedenken met heel veel Engelse leenwoorden.
Bij het schrijven van leuke kinderboeken heb ik soms meer moeite met inhoudelijke richtlijnen dan met AVI. Er zijn allerlei onderwerpen verboden, bijvoorbeeld omdat christelijke of islamitische basisscholen daar problemen mee kunnen hebben. Denk aan kermis, toveren, varkens en uitdrukkingen, zoals jakkes. Binnenkort ga ik daarom een spannend leesboek voor 9 tot 12 jaar in eigen beheer uitgeven. Dit zal helemaal worden zoals ik het graag wil schrijven en zoals ik denk dat kinderen het graag zullen lezen. Maar daarover later meer.
Jullie meningen
Bedankt voor alle reacties. Ik heb de stukjes soms een beetje ingekort en voorzien van kopjes: VOOR, TEGEN en OPLOSSING. Ik plaats geen namen, maar geef wel aan vanuit welke hoedanigheid de reactie geschreven is. Ik zal de uitgevers op jullie meningen wijzen! Reageren kan onderaan dit artikel.
Leesconsulent
TEGEN: Ik probeer AVI zoveel mogelijk los te laten. Hokjesdenken is beperkend en ontneemt het kind de kans om een eigen keuze te maken en zelf te ontdekken wat het wel of (nog) niet kan. Te vaak zie ik kinderen die van ouders of leerkracht een bepaald boek niet mogen lezen omdat het niet past bij hun leesniveau. Dit leidt nogal eens tot ruzies en huilbuien bij de kinderen. Dodelijk dus voor het leesplezier!
OPLOSSING: In plaats van een AVI-aanduiding zou ik liever een globale leeftijdsaanduiding zien. Bijvoorbeeld 5-7 jaar of 6-8 jaar.
Leerkracht groep 5
TEGEN: Als leerkracht probeer ik lezen leuk en interessant te houden. Daarbij voel ik meer druk dan hulp vanuit de AVI-toetsen. Ik wil kinderen correct leren lezen, maar bij de afname van de AVI-toetsen gaat het vooral om snelheid en gaat het ten koste van de score als kinderen fouten verbeteren.
Wanneer kinderen genoeg kunnen en willen lezen, komt het vanzelf goed met het niveau.
OPLOSSING: Wij zien dat minder kinderen naar de bibliotheek gaan en dat er minder leeskilometers gemaakt worden. We hebben bedacht om op school de kinderen meer samen te laten lezen, zodat ze elkaar enthousiast maken voor een boek en elkaar voorlezen. Eens kijken wat dat oplevert!
Leerkracht
VOOR: Op zich is het AVI-systeem handig om het niveau in te schatten. Bij ons op school is het niet bepalend voor wat de kinderen lezen.
TEGEN: Mijn weerstand tegen AVI is niet het systeem, maar het aantal fouten wat bij de kaarten M5 t/m E6 gemaakt mag worden. Dit zit tussen de 10 en 12. ‘Goede’ lezers kunnen alle moeilijke woorden fout lezen en dan beheersing behalen, zelfs als ze bij de moeilijke woorden blablabla zeggen. Zwakkere lezers leer je om woorden nauwkeurig te lezen. Zij halen daardoor vaak de tijd niet en blijven dus op het niveau hangen.
Moeder
TEGEN: Mijn zoon zit in groep 7 en heeft een hekel aan lezen. In groep 6 moest hij een boekbespreking doen, op AVI-E4 niveau. We hebben eindeloos gezocht in de bieb. Alle boeken vond hij kinderachtig. Met veel moeite hebben we wat gevonden bij Makkelijk Lezen Plein. Van mij mag AVI weg. Voor een kind uit groep 6, dat al niet van lezen houdt, is het niet echt motiverend om te weten dat hij op niveau eind groep 4 leest. Dit lijkt mij ook niet goed voor het zelfbeeld. Mijn zoon loopt overigens alleen achter qua tempo lezen. Voor begrijpend lezen CITO scoort hij goed. Hij snapt dus heel goed wat hij leest.
OPLOSSING: AVI 1-9 zei eigenlijk veel minder dan M3, E3. De nieuwe AVI laat veel duidelijker zien waar kinderen zitten qua niveau en ze worden daarmee in een hokje gezet. Terug naar de oude AVI is beter.
Leerkracht en Intern begeleider, SO: kinderen met een spraak- of taalstoornis
VOOR: Onze leerlingen hebben een kleine woordenschat en zijn vaak dyslectisch of hebben andere leesproblemen. We werken heel gericht aan strategieën en oefenen leesmoeilijkheden met zowel veilig en vlot, als vloeiend en vlot etc. Het is namelijk niet zo dat iedereen uit zichzelf bepaalde woorden gaat/kan lezen. We gebruiken AVI als richtlijn om kinderen zich competent te laten voelen. Ze zijn namelijk gauw ontmoedigd bij een te moeilijk boek.
OPLOSSING: Met voorlezen, sleeplezen, connectlezen en powerpoints (lezen binnen hun belangstelling) bieden we leesboeken met een hoger AVI-niveau aan. Wanneer het lezen eenmaal op gang is en ze zijn gemotiveerd dan kunnen ze zelf kiezen of ze een hoger AVI-niveau willen lezen. Daarbij valt op dat ze vaak lang een voorkeur hebben voor niet te dikke boeken met veel illustraties.
Leerkracht groep 3
VOOR: Als leerkracht in groep 3 krijg ik van ouders weleens de vraag: wat voor boeken kan mijn kind al lezen? AVI maakt het voor ouders makkelijker om een geschikt boek voor hun kind uit te zoeken.
OPLOSSING: Ik adviseer ouders om thuis de kinderen op het zogenoemde beheersniveau te laten lezen, zodat lezen leuk blijft. Het frustratieniveau, waarbij kinderen uitgedaagd worden moeilijker woorden te lezen, zoeken we dan op school op. AVI helpt.
Leerkracht, ICT-coördinator
TEGEN: Zoals met vele toetsen in het onderwijs, worden ook de AVI’s niet meer gebruikt waarvoor ze bedoeld zijn; namelijk om de leerkracht een indicatie te geven hoe een kind leest.
VOOR: Het is goed dat er boeken op verschillende niveau’s worden aangeboden, maar het is niet nodig dat de AVI-regels heel streng worden gehanteerd in de te maken boeken. Kinderen mogen soms best uitgedaagd worden om een letter of lettercombinaties te lezen, die ze nog niet hebben geleerd. Uitgeverij Zwijsen heeft dit in de nieuwe VeiligLerenLezen-methode al een beetje ingebouwd.
TEGEN: Ik vind het wel jammer dat er nog steeds maantjes/zonnetjes leesboeken worden aangeboden. Sommige kinderen kiezen een zonboekje, omdat ze niet onder willen doen voor de rest, terwijl het eigenlijk te moeilijk is.
OPLOSSING: Belangrijkste blijft het plezier in lezen. Alleen door veel lezen krijg je het onder de knie. Als het leuk en aantrekkelijk is, gaat dit vanzelf.
Leescoördinator op Jenaplan basisschool met Master SEN taal/lezen
OPLOSSING: Vroeger beperkten wij de kinderen door ze kleuren te geven waaruit ze boekjes mochten kiezen. Deze kleuren kwamen overeen met hun AVI-niveau. Nu hebben wij dit geheel losgelaten tot groot genoegen van de kinderen. Niets geen AVI meer! De kinderen op onze school mogen naar eigen interesse boeken lezen en vrij kiezen uit de hele bibliotheek van school. Dit doe ik met kinderen vanaf groep 3!
Natuurlijk zijn er kinderen bij die te moeilijke boeken of te makkelijke boeken kiezen. Daar heb ik geen moeite mee. Dat ze lezen is het belangrijkste. Kkinderen die hulp nodig hebben bij het zoeken van een geschikte boek krijgen hulp van de leerkrachten.
Door deze nieuwe aanpak is het leesklimaat bij ons op school sterk verbeterd. Bijna elke dag is er wel een kind dat iets uit zijn boek wil delen met de groep. Dat varieert van een mop uit een eenvoudig moppenboekje (zoals uitgegeven door Zwijsen) tot een stukje tekst over ridders uit de middeleeuwen. Fantastisch om te zien en te horen!
Wanneer kinderen tijdens vrij lezen enkel zitten te draaien met hun boek, ga ik er een poosje naast zitten. Ik lees zachtjes een stukje voor, we kijken samen naar de plaatjes en zo probeer ik het kind weer nieuwsgierig te laten worden naar het verdere verloop van het boek. Ralfi light noemt Anneke Smits deze aanpak.
Taal- en de leescoördinator
TEGEN: Mijn ervaring is dat de kinderen de echte AVI-boeken laten staan, bijvoorbeeld de boeken van Zwijsen die voorzien zijn van een AVI-aanduiding. Ik vind het taalgebruik vaak te simpel en het ook valt me op dat er allerlei verbindingswoorden weggelaten worden.
OPLOSSING: We hebben een uitgebreide bibliotheek op school, die jaarlijks aangevuld wordt. We hanteren wel globaal de AVI-indeling, maar houden daar niet strikt aan vast en begeleiden kinderen zelf bij het zoeken van geschikte boeken. Op den duur begrijpen ze dat je van te moeilijke boeken niet goed kunt genieten, maar ook niet van te makkelijke. Het helpt om te praten over de inhoud van boeken en over allerlei literaire aspecten.
Mijn leerlingen in groep 4 kennen het verschil tussen een ik-verteller en een alwetende verteller, weten hoe een boek opgebouwd is en wat beginrijm is. Ik leer ze dat ze de eerste twee hoofdstukken goed moet lezen, voordat ze weten of het een leuk boek is.
Mijn leerlingen houden van grappige, spannende boeken met sprookjesachtige elementen. Maar ook de verhalen van bijvoorbeeld Odysseus worden graag gelezen. Ik besteed ook aandacht aan Shakespeare. Helaas zijn er bijna geen vertalingen voor kinderen, behalve die van Barbara Kindermann. Ook Romeo en Julia vinden ze prachtig. De inhoud geeft veel stof tot nadenken. We vergelijken het boek met andere uitgaves en met filmedities en leggen verbanden met hun eigen situatie: familieruzies kent iedereen wel.
Ik heb dus liever geen AVI-boeken, maar wel graag aandacht voor de opmaak. Het helpt wanneer er niet te veel zinnen op een bladzij staan, de afstand tussen de zinnen niet te klein is en wanneer er een groter en duidelijk lettertype wordt gebruikt.
1 Reactie