In deze serie stel ik elke maand vijf vragen aan een illustrator met wie ik samen een of meer boeken gemaakt heb. Deze maand is Lars Deltrap aan de beurt. Het eerste boek wat ik van Lars Deltrap tegenkwam was Paf af! Spelletjes met spulletjes uit 2002. Dat is een grappig boek over zelfbedachte spelletjes dat ik goed kon gebruiken voor verjaardagspartijtjes. De tekeningen van Lars zijn speels, jongensachtig en lekker maf.
Toen ik een boek schreef over een raar ruimtemannetje dacht ik dan ook meteen aan Lars Deltrap en vroeg hem om het te illustreren. Blitz beleeft maffe avonturen en maakt vreemde voertuigen om mee door de ruimte te varen. Naast kinderboeken illustreert Lars ook voor kranten en tijdschriften en hij volgt een Masterstudie Kunsteducatie! Tijd om hem eens wat vragen te stellen.
Update februari 2021: Inmiddels zijn er zes boeken van Blitz verschenen en in 2021 verschijnt het zevende deel.
INTERVIEW
Vraag 1: ‘Wat voor opleiding(en) heb je gedaan of doe je momenteel?’
Ik heb in Breda aan kunstacademie St. Joost beeldhouwen gestudeerd. Daarna heb ik in Rotterdam aan de Willem de Kooning Academie nog twee jaar Illustratie gestudeerd. Dat zijn twee heel verschillende opleidingen, maar dat vond ik juist erg leuk.
Een half jaar geleden ben ik begonnen met een Masteropleiding Kunsteducatie in Amsterdam. Over anderhalf haar hoop ik die af te ronden.
Vraag 2: ‘Welke technieken gebruik je met illustreren? ’
Ik begin bij een illustratie meestal met handwerk, ik werk dan graag met pen en inkt of potlood. Daarna scan ik de tekeningen in en werk ik verder met de computer in het programma Photoshop. Soms print ik het werk halverwege uit en ga er weer met hand verder in werken. Zo gaat het vaak heen en weer. Het leuke van deze manier van werken is dat je op een heel vrije manier allerlei gereedschap door elkaar kunt gebruiken.
Vraag 3: ‘Wie of wat zijn je inspiratiebronnen?’
Het werk van Quentin Blake vind ik heel inspirerend vanwege de ruige lijn en slordigheid. Het illustratiewerk van Jean-Jacques Sempé vind ik ook heel goed: het is verfijnd en precies, en toch losjes en springerig. De humor in zijn werk vind ik ook goed, het gaat vaak over klein leedvermaak. Het werk van Daan Remmert de Vries vind ik goed vanwege de vrijheid van materiaalgebruik en artisticiteit.
Vraag 4: ‘Je werkt ook voor kranten en tijdschriften. Zijn er dingen waar je rekening mee houdt als je voor kinderen of voor volwassenen illustreert?’
Eigenlijk vind ik het verschil tussen voor kinderen of voor volwassenen tekenen niet zo heel groot. Ik teken toch vooral wat ik zelf interessant vind en uiteindelijk spreekt dat volwassenen net zo aan als kinderen. Natuurlijk moet je bij het maken van een illustratie rekening houden met de doelgroep: een tekening voor een krant heeft een andere functie dan een tekening in een kinderboek. Een krant wordt snel gelezen, daardoor moet een illustratie vaak heel direct een boodschap overdragen. Een kinderboek wordt langzamer gelezen dan een krant, daardoor is er bij een kinderboekillustratie meer ruimte voor een uitgebreide verhaallijn of subtiele grapjes. Ik houd er dus een beetje rekening mee, maar ook weer niet heel veel.
Vraag 5: ‘De boeken die je geïllustreerd hebt zijn erg fantasievol. Misschien zelfs een beetje maf. Blijkbaar past dat goed bij jouw stijl. Zou je zelf ook een boek willen schrijven?’
Ik houd van maffe rare verhalen en dat benadruk ik graag in mijn illustraties. Ik vind het heel leuk om te kijken hoe ver je kunt gaan bij het maken van rare tekeningen. Het is heerlijk om de grenzen van een opdracht op te zoeken. Ik heb veel ideeën voor eigen verhalen en misschien wel boeken, maar ik heb veel opdrachten en een boek schrijven en tekenen doe je natuurlijk niet even tussendoor. Toch ga ik het zeker doen als ik er weer wat meer tijd voor heb, maar voorlopig zal ik vooral bezig zijn met mijn studie.
OOK IN DEZE SERIE
Vijf vragen aan illustrator Margriet van Noort
Vijf vragen aan illustrator Mark Janssen
Vijf vragen aan illustrator Tineke Meirink
Hoi Lars,
Jee, dat je dan nog tijd hebt voor je illustratiewerk…!
Klinkt heel leuk, zo’n interdisciplinaire opleiding, ik kan me voorstellen dat het ontzettend verfrissend is, al die invalshoeken bij elkaar. En waarschijnlijk ook weer een ander slag mensen bij elkaar.
Succes verder!
Groet,
Marijke
Hoi Marijke, dank je wel voor je aardige reactie!
In antwoord op je vraag: Naast illustreren geef ik één dag in de week les aan studenten van de Willem de Kooning Academie in Rotterdam. Dat doe ik nu 12 jaar. Omdat ik lesgeven erg leuk vind wilde ik een verdiepende opleiding gaan doen, en dat is de master Kunsteducatie in Amsterdam geworden. In deze opleiding is er veel ruimte voor theoretisch onderzoek naar kunstonderwijs. Daarnaast staat interdisciplinariteit in de kunsten centraal, zo bestaat mijn jaargroep uit deelnemers uit verschillende kunstdisciplines zoals dans, theater, beeldend en muziek. Het is een geweldig inspirerende omgeving!
Vraagje aan Lars(mooi werk trouwens!): waarom ben je de masteropleiding begonnen? En kun je iets vertellen over de meerwaarde van de opleiding?