Steeds vaker erger ik me aan automobilisten die langs de file rijden, om op het laatste moment in te voegen. Bijvoorbeeld bij een afslag of wanneer twee rijstroken samengevoegd worden. Soms zie je mensen uitvoegen en op het laatste moment weer invoegen. Voordringen heette dat vroeger.
Het is gevaarlijk als je ineens langzamer gaat rijden om in te voegen, terwijl je op de baan zit die kan doorrijden. Maar het is vooral schaamteloos. Het zijn altijd de dure auto’s. Rijke mensen dus, die blijkbaar goed voor zichzelf kunnen zorgen. Misschien gebruiken ze het dagelijks leven hun ellebogen ook vaker dan de gemiddelde mens? Wat gaat er door hun hoofden? Waarom zouden zij in de rij gaan staan? Het domme volk sluit wel achteraan aan.
Ben ik zelf nooit langs een file gereden? Jawel. Soms per ongeluk, omdat ik de wegsituatie niet kende. Soms berekenend, omdat ik haast had. Sorry mensen, maar ik moet echt even efficiënt invoegen. Maar niet systematisch. Ik geloof ook niet dat die bestuurders van die dure bakken echt haast hebben. Misschien vinden ze dat ze recht hebben op een privé-snelweg, omdat ze meer wegenbelasting betalen.
Als twee rijen worden samengevoegd is het handig om de invoegende rijstrook zolang mogelijk te benutten en aan het einde pas te ritsen. Zo gebruik je het asfalt zo voordelig mogelijk. Maar je kunt ook gelijk oprijden met de file. Ik doe dit wel eens, met name vanwege het plezier om de Mercedessen achter mij tegen te houden. En dan glimlach ik in de achteruitkijkspiegel mijn mindfulness-glimlach. Rustig maar, geniet van verwarmde lederen autostoel, tijd in de file is geen verloren tijd, let op je ademhaling, geniet van een muziekje, ontspan… Ik geloof niet dat het echt helpt.