Zeereis 1 en 2 (gedicht)

Zeereis

1

Een meisje zeilt de wereld rond
dapper, stoer en zelfbewust,
genoeg van haar geboortegrond,

overwon ze eerst een kritisch front,
geen rechter die haar heldenlust
aan school en starre regels bond.

Fier verliet ze veilige kust
en leeft haar eigen droom,
een meisje zonder schroom

dat streeft naar eeuwige roem en faam:
straks kent iedereen haar naam!

2

Een jongen vaart in een wrakke boot
met teveel mensen op een kluitje
geen plek, geen water en geen brood,

de zee is wild, de gevaren groot,
iedereen in dit schamel schuitje
is bang voor rampspoed, bang voor dood.

Misschien is dit het laatste uitje,
de jongen zocht een beter leven,
heeft alles daarvoor opgegeven,

maar in het verkeerde land geboren
zal geen mens zijn naam ooit horen.

© Rian Visser

Loading

2 Reacties

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.