onderwijs

Een bijzonder voertuig

Wat ga je in de bovenbouw doen tijdens de Kinderboekenweek? Natuurlijk heel veel voorlezen!
Misschien wil je ook gaan knutselen of aandacht geven aan creatief schrijven?
In de digibordles Een bijzonder voertuig staan allerlei schrijf- teken- en knutselopdrachten.
Ook zijn er opdrachten waarbij je met digitale middelen kunt werken.
Bedenk je eigen voertuig!

Leestips

Er staan verschillende leestips in de les: boeken waarin fantasievoertuigen voorkomen!

Creatief schrijven

En er is aandacht voor creatief schrijven.

Mijn boeken voor de bovenbouw

De serie Robotoorlog past perfect bij het thema van de Kinderboekenweek, omdat er veel nieuwe robotvoertuigen in voorkomen.

Robotoorlog – Boek 1: Geheime kracht
Robotoorlog – Boek 2: Onzichtbaar gevaar
Robotoorlog – Boek 3: Ongelijke strijd

Help! De robots staken! speelt zich af in 2050. Vervoer zal dan heel anders geregeld zijn!
Hoe? Dat lees je in dit kijkverhaal.

Loading

Fantasieverhaal: Op reis met een boek

Voor het zesde jaar op een rij heb ik een nieuw fantasieverhaal geschreven!

Fantasieverhalen zijn bedoeld om de fantasie van kinderen te prikkelen. De leerlingen tekenen tijdens het luisteren en vullen zelf allerlei details van het verhaal in. Aan het eind van de opdracht hebben ze allemaal hun eigen verhaal in hun hoofd. Bij hun tekening kunnen ze vervolgens hun eigen verhaal schrijven. Door éérst te tekenen en dán pás te schrijven, wordt de fantasie goed aangewakkerd. Dat vergemakkelijkt het schrijven. Iedereen wil na afloop zijn of haar verhaal vertellen!

Het nieuwe verhaal heet: Op reis met een boek en sluit aan bij de Kinderboekenweek 2019.
De fantasieverhalen kun je downloaden als je lid bent van mijn Tips leesbevordering.

Illustraties in kinderboeken

De tekenopdracht kan worden ingeleid door het gezamenlijk bekijken van de les Illustraties in kinderboeken.
Hierin komen verschillende illustratoren met diverse tekenstijlen aan bod.
De les Illustraties in kinderboeken kun je direct downloaden.

 

Loading

Robotoorlog Boek 4: Sluipend kwaad

Het vierde deel van Robotoorlog is klaar en zal januari 2020 verschijnen. Het heet Sluipend kwaad. In dit verhaal spelen de natuur en ons voedsel een grote rol. Stel dat technologie zo belangrijk en ongrijpbaar wordt, dat we niet meer weten wat we eten? Stel dat robots de baas zijn van een snoepfabriek en niemand weet wat erin de producten zit? Stel dat de robots de mensen proberen te vergiftigen?

Robotoorlog Boek 4: Sluipend kwaad

De robots smeden gruwelijke plannen.
Het kwaad is overal.

Er is giftig eten en drinken opgedoken in de stad. Hebben de robots daar iets mee te maken? En wat is de rol van Tilia’s verdwenen ouders? Denny en Tilia gaan samen op onderzoek uit. In een geheimzinnig dal krijgen ze te maken met gevaarlijke dieren, gruwelijke machines en bizarre robots.

ISBN 978 94 91647 21 5
Meer lezen kan op www.robotoorlog.nl.

Robotoorlog is speciaal geschreven voor kinderen die misschien liever gamen dan lezen. De hoofdstukken zijn kort. Er is veel actie en spanning, zodat je steeds wilt doorlezen om te weten hoe het afloopt.

‘Ga uit van het kind’

Boek 4 zal in januari 2020 uitkomen. Mijn bedoeling is om vijf delen te schrijven. Helaas lukt het nog niet voldoende om volwassenen te overtuigen de serie (voor) te lezen en aan kinderen te laten zien. Misschien hou je zelf niet zo van robots en vechtsporten. Volwassenen die de moeite nemen om een deel te lezen zijn echter verrast over het boeiende verhaal en over de schrijfstijl.

Feit is dat veel kinderen, die niet van lezen houden, met deze serie voor hun plezier gaan lezen! Een moeder kocht Robotoorlog Boek 1 voor haar niet-lezende zoon. Dit schreef ze op Instagram. Inmiddels heeft hij boek 3 uit. Hieronder nog wat ervaringen van ouders en leerkrachten.

Wacht niet en schaf de serie Robotoorlog aan voor de schoolbibliotheek. Als je te lang wacht is de serie wellicht uitgedoofd, voordat hij een kans gekregen heeft lezers te bereiken. Niet alle kinderen willen Lampje. Sommigen kinderen houden niet van sprookjes. Sommige kinderen krijg je alleen aan het lezen met spannende boeken, die over vechten en strijd gaan.

Annie M.G. Schmidt zegt: ‘Ga uit van het kind. Soms willen kinderen geen lief boek, maar een stout verhaal.’

Helaas gaan kinderen, die niet écht van lezen houden, niet zelf naar de winkel om een boek te kopen. Er zijn ouders en leerkrachten nodig, die de boeken voor hen aan te schaffen en aan te prijzen.

Passie

Ik schrijf de serie met heel veel passie. Daarom herkende ik mij ook in dit stukje van Ann Rutgers van der Loeff uit: De druiven zijn zoet. 

Via Robotoorlog wil ik kinderen laten nadenken over techniek en over mens-zijn. Wat is het verschil tussen een robot en een mens? Wat is de waarde van vriendschap? Ik geef ze veel informatie, maar voorkom dat het verhaal moralistisch wordt. Ik verleid kinderen met een verhaal over vechten en robots, maar ondertussen leren ze ook over de natuur, over het beheersen van je emoties, enzovoort.

Loading

Annie M.G. Schmidt over leeskinderen en leefkinderen

Mijn man was zijn onderwijsboeken aan het opruimen. ‘Heb je nog wat aan een oud boekje over kinderliteratuur?’ vroeg hij. ‘Nee, gooi maar weg,’ zei ik. Hij duwde het boekje De druiven zijn zoet, zeventien stemmen over het kinderboek (1971 Wolters-Noordhoff) toch in mijn hand en ik begon erin te lezen. En met plezier!

An Rutgers van der Loeff vroeg voor deze bundel een aantal collega’s om hun visie te geven op het kinderboek. Hoe het gemaakt, gelezen en beoordeeld wordt.

Annie M.G. Schmidt opent de bundel met haar essay Voer voor kinderen. ‘Ga uit van het kind. Ga uit van wat het kind wil. Probeer uit te vinden wat het in een bepaalde periode wil. Soms zal het geen zin hebben in een zoet verhaal, in een lief gezinsboek; het zal zin hebben in een stout verhaal van belletje trek en roomtaarten smijten.’

Hieronder een paar foto’s. Sorry voor de slordige foto’s, maar ik wilde het boekje niet stukmaken.

Ook mooi vond ik het fragment over leeskinderen en leefkinderen.

En dit schrijft Annie over prentenboeken. Koop ze niet bij de speelgoedwinkel (of de supermarkt of drogist, voeg ik daaraan toe). ‘De volwassene kan er ook zijn plezier aan beleven, wanneer men zich maar de moeite gunt om ze met zorg uit te zoeken en er iets meer voor uit te geven dan een paar kwartjes.

 

Loading

Hoe ik een ‘probleemleerling’ werd

Ik schreef een artikel voor Nivoz – Het kind. Je vindt de link hier. De tekst staat ook hieronder. Als je wilt reageren, is het fijn om het op de Nivoz site te doen.

Iedereen kent wel een leerling die boos en tegendraads is. Een lastpak, ruziemaker, negatieveling, onderpresteerder. Een leerling die met tegenzin naar school gaat en waarmee je lastig kunt communiceren. Er zijn nu eenmaal ‘moeilijke kinderen’. Of worden ze zo gemaakt? vraagt Rian Visser zich af. Als kinderboekenschrijver geeft ze regelmatig les op scholen. Als zij zelf ‘leerling’ is bij een sportvereniging, ervaart ze weer vanuit dat perspectief hoe belangrijk wederzijds respect en echt contact is tussen leraar en leerling.

Ik geef als kinderboekenschrijver regelmatig les op scholen. Laatst was ik een half jaar Schoolschrijver op een school voor kinderen met gedragsproblemen. Ik vond het ontzettend fijn om met deze kinderen te werken. Ze reageerden vaak positief, enthousiast en assertief. Meer dan op reguliere scholen hadden ze hun eigen inbreng en durfden ze eigen keuzes te maken. Ik liet mijn lessen bijsturen door hun inbreng en kreeg daar veel voor terug. Ook de leerkrachten zag ik enorm hun best doen om elk kind te zien en er een goede verstandhouding mee op te bouwen. Als kinderen op zo’n school komen, is er natuurlijk al het een en ander gebeurd. Sommige kinderen met psychische problemen zijn niet op een goede manier bejegend. Ik wil een ervaring van mijzelf delen. Ik veranderde afgelopen jaar van een ontspannen, positieve leerling in een boze leerling. Ik werd een probleemgeval.

Ik deed deze ervaring op bij een vereniging voor een geweldloze verdedigingssport. Respect voor de leraar speelt tijdens de les een grote rol. Na elke persoonlijke aanwijzing van de leraar, hoor je te buigen. Tegenspreken op de mat wordt niet gewaardeerd.

Ik trainde met plezier, maar het ging mis toen er een nieuwe leraar kwam. In het begin was hij zeer over mijn techniek en houding te spreken. Hij wilde mij snel examen laten doen. Het tempo van de lessen lag echter hoger dan ik aankon. Daarnaast vond ik de warming-up vervelend. De leraar zei bijvoorbeeld: ‘Wie het niet volhoudt, moet tien seconde langer.’ Of: ‘Iedereen moet het volhouden. Als je stopt, moet de rest tien seconde langer.’

Ik trainde met plezier, maar het ging mis toen er een nieuwe leraar kwam

Gelukkig ben ik geen onmondig kind. Straf en groepsdruk boeien me niet. Ik stop gewoon als ik moe word en verlaag mijn tempo als ik kortademig word. Ik betaal voor die lessen, niemand hoeft mij te bevelen. Overigens heb ik last van hartritmestoornissen en een kapotte knie. Dat vertelde ik natuurlijk. Los daarvan, bepaal ik gewoon zelf hoeveel ik doe.

Langzaamaan werd het plezier minder. Ik kreeg weinig complimenten. Ik werd toch gepusht om dingen te doen die ik niet wilde of niet kon. Ik voelde me ondergewaardeerd. Hierdoor kwam ik vaak gefrustreerd thuis en was ik tijdens de les passief opstandig.

Een ander punt was de groepssfeer. De leraar benadrukte elke les de rangorde en pushte leerlingen om hard te werken voor de volgende graad. Hierdoor begonnen leerlingen zichzelf met elkaar te vergelijken, terwijl het in deze sport juist de bedoeling is dat beginners en gevorderden samen trainen en elkaar helpen.

Er kwamen examens aan. Hoewel mijn leraar eerder had gezegd dat ik klaar was voor een volgende graad, sprak hij ineens ten overstaan van de hele groep zijn twijfels over mij uit. Hij zag wel kwaliteiten, zei hij, maar ook allerlei zwakke punten, zoals mijn conditie. Ik trainde al maanden heel hard met hulp van andere gevorderden en iedereen wist dat ik het kon. Waarschijnlijk zei hij het om extra druk op mij te zetten of omdat ik als leerling me niet onderdanig genoeg gedroeg.

Mijn passieve opstandigheid sloeg om in openlijke woede. Ik zei dat ik geen examen deed als hij aan mij twijfelde. Dat zouden kinderen eens moeten doen. ‘Meester, als u niet in mij gelooft, maak ik gewoon geen toets!’

‘Jij doet wel examen’, zei de leraar.

‘Nee, ik doe geen examen als jij zegt dat je aan mij twijfelt’, herhaalde ik. Ik wist dat hij graag wilde dat ik examen deed, omdat veel leerlingen met een hogere graad goed is voor de school. Ik besloot de machtpositie om te draaien. Hij mocht smeken dat ik examen deed.

‘Ik geef geen garantie vooraf.’

‘Dat vraag ik ook niet. Ik vraag vertrouwen.’

De week erna waren de examens. Rustig en beheerst voerde ik alles uit. Ik slaagde met opgeheven hoofd. De leraar hield bij elke kandidaat een praatje. Bij mij zei hij dat ik de week ervoor een ‘emotionele meltdown’ had gehad, maar dat zijn opmerking mij net dat duwtje had gegeven dat ik nodig had. Dat duwtje had ik inderdaad gekregen. Ik besloot een andere leraar te zoeken.

Helaas kunnen kinderen niet zo makkelijk zelf invloed uitoefenen op hun leeromgeving. Sommige kinderen zitten vast in een systeem dat hen langzaamaan steeds bozer en onwilliger maakt. Of ze treffen een leraar, die hen niet begrijpt. Bovengenoemde leraar weet anderen wel te inspireren. Hij denkt echter dat iedereen op dezelfde manier wil leren: bijvoorbeeld door gedrild te worden.

Een goede leraar moet in mijn ogen te allen tijden de kwaliteiten van de leerling zien en durven te erkennen. Misschien zijn het wel kwaliteiten die je zelf niet hebt en kun je wat van de leerling leren? Dan krijg je echt contact en hoef je niet altijd boven je leerling te staan. Ik denk dat het respect van de leerling alleen maar zal toenemen.

Ik hoop dat mijn verhaal helpt om de probleemleerling meer te respecteren. Als ik zelf lesgeef aan leerkrachten, heb ik soms het gevoel voor een groep probleemleerlingen te staan. Door mij heen praten, eigenwijs zijn, telefoon gebruiken, niet opletten … Misschien heb jij als leerling ook eens een negatieve ervaring gehad? Misschien was je ook een probleemleerling? Hoe gedroeg je je toen? Waardoor kwam het? Wat deed de leraar?

En wat zou de leraar kunnen doen om van jou weer een prettige leerling te maken?

Loading

Video: Rian vertelt over het schrijven van gedichten

Duizend levens, gedichten voor kinderen vanaf 10 jaar. Weet jij wat een zure mat is? En bokkenpoten?
Rian schrijft gedichten over dingen, waarover je je lekker kunt verbazen.

Jorgen Hofmans interviewt Rian Visser voor de serie: Proef het boek! Estafette, Land van lezen
Leuke video voor groep 5 t/m 8 om in de klas te bekijken.

Loading

30 bibliotheken in ons land dreigen te verdwijnen!

Francien van Bohemen, adjunct-directeur Vereniging van Openbare Bibliotheken, vertelt dat zo’n 30 bibliotheken dreigen te verdwijnen: “De afgelopen jaren is al zo’n 12 procent op het budget gekort. Veel bibliotheken staat het water aan de lippen. Als gemeenten nog meer gaan snijden, houdt het gewoon op.”

Meer lezen.

Bekijk ook: Een ode aan de bibliotheek.

Loading