Echte winkel

Dochter komt even de huiskamer in. ‘Mam, mag ik je creditcard?’
Ze heeft op een Amerikaanse website schoenen gezien die daar een vijfde kosten van de prijs bij Nederlandse winkels.
‘Nee,’ is mijn antwoord. Ik wil niet dat mijn creditcard gehackt wordt op een malafide site met producten die misschien niet eens aankomen en niet te ruilen zijn als ze niet passen. En bovendien wil ik dochter leren dat ze minder online koopt. Als iedereen online koopt, verdwijnen de winkels in de binnensteden en wordt het daar een dooie boel.
Dochter protesteert met het argument dat zij daar in haar eentje niet voor verantwoordelijk is. Ze toont me haar iPhone-hoesje, dat ze via de post uit Amerika heeft laten komen. Je moet er een paar weken op wachten en soms moet je invoerrechten betalen, maar zo’n mooi hoesje had ze in de stad echt niet had kunnen vinden. ‘Daar zoek je je rot en ze hebben nooit wat leuks.’
‘Ik vind dat je toch in de stad moet gaan kijken,’ herhaal ik.
Zoonlief vat de argumenten even voor ons samen. ‘Dus mama vindt dat je in echte winkel moet gaan zoeken waar je niks leuks vindt, zodat er in de toekomst ook nog in echte winkels kunt gaan zoeken, waar je daar niks leuks vindt.’
Ik knikt. Dat bedoel ik.
‘Ik heb vorige week in de stad nog een nieuw oplader gehaald van tachtig euro,’ bromt dochter. ‘Daar moeten ze het maar even mee doen.’

Bewaren

Loading

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.