Hoe maak je een digitale les? (deel 2)

Wat zet je erin?

Op 14 juli schreef ik het eerste deel van een drieluik over het maken van digitale lessen en de programma’s die je daarvoor kunt gebruiken. Op de komende Middag van het kinderboek (15 september 2012 in de OBA) ga ik een workshop geven voor collega schrijvers en illustratoren en voor hen is dit met name bedoeld. Er kwamen veel reacties en tips binnen, die ik vervolgens in het artikel verwerkt heb. Dit deel gaat over de inhoud van een les. Waarom maak je een les en wat zet je erin?

Waarom een digitale les maken?

Hoe wordt een prentenboek gemaakt? was mijn eerste les. Deze was in eerste instantie bedoeld om zelf te gebruiken tijdens schoolbezoeken. Ik verzamelde aan de hand van mijn prentenboek Nippertje beeld over de totstandkoming en maakte er een educatieve presentatie van. Ik wist van andere schrijvers en illustratoren dat ze ook vaak een Powerpoint presentatie of iets dergelijks gebruikten tijdens een schoolbezoek. Deze lieten ze dan via een beamer aan de klas zien. Zo’n beamer moest vooraf geregeld worden of je moest er zelf mee gaan slepen, inclusief scherm boxen en kabels. Daar had ik nooit zin in, maar door de komst van digitale schoolborden werd het een stuk makkelijker.

Tijdens het maken van de presentatie bedacht ik dat het handig zou zijn als hij ook gebruikt kon worden door leerkrachten zelf, zonder dat ik erbij aanwezig was. Dan zouden veel meer klassen mijn les kunnen zien. Ik moest hem dan wel zo maken dat hij duidelijk was zonder mijn verhaal erbij. Hij moest op zichzelf kunnen staan.

Mijn eerste les maakte ik dus omdat ik een verhaal wilde vertellen over het maken van een prentenboek. Daarnaast wilde ik kinderen stimuleren om zelf een prentenboek te gaan maken. Ik eindig de les daarom met de instructie hoe je zelf een boekje kan vouwen. En het werkte. Regelmatig kom ik op scholen waar de leerkracht de les heeft gedaan en de kinderen enthousiast zelf aan het schrijven, tekenen en boekjes maken zijn.

Dankzij deze les is mijn prentenboek Nippertje een stuk bekender geworden en is ook mijn bekendheid als kinderboekenschrijver gestegen. Hoewel dat niet de motivatie was is dat wel een leuke bijkomstigheid.

Een goede motivatie om een les te maken is volgens mij:

  • kennis overdragen
  • inspireren

Een leuke bijkomstigheid is:

  • meer bekendheid voor je boek
  • meer bekendheid voor jezelf.
  • kinderen kennen al wat van je werk als je een school bezoekt
  • handig om zelf te gebruiken tijdens een schoolbezoek

Welke soorten lessen zijn er?

Ik heb mijn lessen verdeeld in vier soorten. Dit helpt misschien om een idee te vormen wat voor soort les je zou kunnen maken. In principes kun je natuurlijk overal een les over maken!

1. Een les maken die hoort bij het thema van een boek

Hoewel ik vind dat reclame maken voor jezelf of je boek geen goede motivatie is voor het maken van een les, is een boek bij mij wel vaak het uitgangspunt geweest. Ik had bijvoorbeeld het boek Een stoel van niks geschreven over Gerrit Rietveld en wilde dat graag onder de aandacht van het onderwijs brengen. Daarom heb ik een gratis les gemaakt, waarin ik over Gerrit Rietveld en De Stijl vertel en een hoofdstuk uit mijn boek weggeef. Deze les in informatief en hij is te gebruiken zonder dat mensen mijn boek moeten kopen. Maar ik hoop natuurlijk dat sommige gebruikers dat wel doen of dat anders mijn naam blijft hangen.

Veel boeken kunnen aanleiding geven tot een dergelijke les. Ik heb er een gemaakt over De steentijd, De Romeinen en Braille. Bij een dichtbundel met liefdesgedichten heb ik een les gemaakt met tips om zelf liefdesgedichten te schrijven. Bij mijn boek over Christiaan Huygens heb ik een les gemaakt over hoe een schrijver onderzoek doet voor zijn boek. Zo zijn er tal van mogelijkheden om een educatieve les aan een boek te koppelen.

2. Een les maken bij een algemeen thema

In het onderwijs krijgen verschillende thema’s elk jaar opnieuw aandacht. Denk bijvoorbeeld aan de seizoenen (kleuters), feestdagen (Kerst, Pasen, moederdag, vaderdag, Sinterklaas, Koninginnedag), verkiezingen, voetbal (EK, WK), Kinderboekenweek, etc. Daarnaast zijn er thema’s zoals rouw, gescheiden ouders, pesten, etc.

Ik heb een aantal lessen gemaakt waarbij ik zo’n thema als uitgangspunt nam. Voor kleuters maakte ik bijvoorbeeld Herfst in de kleuterklas en Winter in de kleuterklas. Ik zocht wat gedichten en verhalen van mezelf en stopte die erin. Daarnaast bedacht ik wat spelletjes, oefeningen, etc.

Elk jaar maak ik een les speciaal voor de Kinderboekenweek. Mijn eigen boeken krijgen in deze lessen wel een plekje, maar ze vormen niet het uitgangspunt. Ik beveel ook boeken van collega’s aan en dit jaar heb ik zelfs met twaalf andere schrijvers en illustratoren de inhoud van de kinderboekweekles gemaakt. Samen konden we beter het thema Hallo wereld! invullen dan ieder afzonderlijk. Het is een heel diverse les geworden.

Voor het maken van een les moet je natuurlijk wel affiniteit hebben met het onderwijs en nadenken hoe je een onderwerp op een boeiende manier aan een klas presenteert. Iedereen zal dat anders doen. Ik hoop dat veel meer schrijvers en illustratoren leuke lessen gaan bedenken. Ik probeer in mijn lessen kinderen enthousiast te maken voor boeken en voor het zelf schrijven van verhalen. Daar wordt op scholen naar mijn idee veel te weinig aandacht en tijd aan besteed, net zoals aan de creatieve beeldende vakken. Daarnaast kunnen andere vakken aan bod komen, zoals geschiedenis, biologie en aardrijkskunde.

3. Een deel van een boek weggeven

Eerste leesboekjes en prentenboeken kunnen heel geschikt zijn om te tonen op het digibord. Ik heb bij een paar leeskoffertjes met eerste leesboekjes een les gemaakt waarbij ik een deel van het boek weggeef en er wat spelletjes en oefeningen bij bedenk. Bij het koffertje Haan, kip en hoen heb ik een spel met klinkers bedacht.

4. Een lezing omzetten tot een les

Regelmatig geef ik lezingen aan volwassenen over interactief werken met prentenboeken en hoe je met kinderen verhalen kunt bedenken. Hiervoor heb ik allerlei beeld en voorbeelden verzameld.

Van dat materiaal heb ik twee presentaties gemaakt die door leerkrachten en studenten van de PABO bekeken kunnen worden. Zo heb ik een groter bereik voor mijn verhaal.

Een verschil met de eerder besproken lessen is dat deze niet voor de kinderen maar voor de leerkrachten bedoeld zijn.

Praktische tips

Tot slot een paar praktische tips:

Tekst. Een digibordles is bedoeld om te worden getoond op een scherm of digibord en dus moet alles er groot en duidelijk op staan. Voor mijn eerste les heb ik een test gedaan bij een school in de buurt om te kijken of de tekst achterin de klas nog leesbaar was en hoe zichtbaar verschillende kleuren waren. Ik adviseer het gebruik van grote letters in zwart of een donkere kleur op een witte achtergrond. Ik gebruik soms grote letters voor tekst die de kinderen moeten kunnen lezen (voor de groep) en kleine letters (in en kadertje) als instructie voor de leerkracht (die dicht bij het digibord staat).

Beeld. Illustraties kunnen wat meer contrastrijk zijn dan je voor drukwerk zou willen. Lichte kleuren en subtiele kleurschakeringen vallen dikwijls weg. Er is veel kwaliteitsverschil in digiborden en de bijbehorende beamers. Daarnaast zijn de omstandigheden in het klaslokaal erg verschillend. Bij fel zonlicht is het beeld vaak erg belabberd.

Formaat. Er zijn verschillende formaten digiborden, maar ze zijn allemaal liggend. Maak de presentatie dus liggend om het bord goed te benutten.

Handleiding. Wil je veel uitleg geven bij je les, maak er dan een losse handleiding bij op A4 formaat. Deze kan de leerkracht printen. Dat geldt ook voor oefeningen, kleurplaten, e.d. die kinderen individueel kunnen doen.

Klassikaal, in groepjes of individueel. Een digibordles is meestal bedoeld voor klassikaal gebruik. Sommige lessen kunnen ook door leerlingen individueel gebruikt worden, bijvoorbeeld als bron voor een spreekbeurt of werkstuk. Het is goed om hierover na te denken. Eventueel kun je een les opsplitsen in een klassikaal deel en een deel dat individueel gedaan wordt.

Colofon en copyright. Ik eindig mijn lessen meestal met een ‘reclamepagina’. Deze kan de leerkracht in de klas overslaan, dus het is niet storend. Het geeft mij echter de mogelijkheid om naar mijn website en boeken te verwijzen. Als de les zelf géén platte reclame is, vindt niemand dat erg.
Aan de onderkant van elke pagina zet ik standaard een copyrightregel om het materiaal tegen illegaal gebruik te beschermen.

Opmerkingen en aanvullingen zijn welkom!
Lees ook deel 1: Hoe maak je een digitale les? (deel 1)

 

Loading

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.