De kunst van omhoog en omlaag schrijven

eerste lezersIk schrijf regelmatig een leesboekje in opdracht van een educatieve uitgeverij, zoals uitgeverij Clavis en uitgeverij Delubas, waarbij een bepaald AVI-niveau wordt opgegeven. Of ik schrijf op eigen initiatief een eerste leesboekje, zoals mijn leeskoffertjes die bij uitgeverij Gottmer zijn verschenen, en waarin ik rekening hou met het technisch leesniveau.

Het is heel handig dat kinderen, als ze leren lezen, eerst uit gemakkelijke en daarna uit steeds iets moeilijker boekjes kunnen kiezen. Dan blijft ze frustratie gespaard en plezier in lezen is toch de beste motivatie om ermee door te gaan. Het AVI is dus een prima systeem voor eerste lezers. Voor de schrijvers is het een uitdaging om met heel weinig mogelijkheden een goed en leuk verhaal te vertellen.

Omlaag schrijven

Ik ben nu met een boekje bezig over een jongetje dat op straat een pratend mobieltje vindt. Het is een duo-leesboekje, bedoeld voor twee lezers, waarvan de ene een net iets hoger niveau heeft dan de ander. Dit tweetal leest om beurten hardop een paar regels. Zo kunnen ze telkens even uitrusten en leert de zwakkere lezer van de sterkere lezer. Het moet geschreven worden op AVI M3 (midden groep 3) en AVI M4 (midden groep 4). Ik heb exacte richtlijnen voor beide AVI’s.
Ik heb het boek eerst helemaal uitgeschreven in ongeveer AVI M4 en ik ga nu sommige stukken omlaag schrijven. Het is soms best puzzelen om voor woorden als politie, water, mobiel en internet een eenlettergrepig alternatief te vinden. Maar het doel is om kinderen een technisch simpel, maar toch een boeiend verhaal te presenteren. En gelukkig staan in dergelijke boeken altijd veel tekeningen, die het verhaal ondersteunen.

Omhoog schrijven

Minder enthousiast ben ik over het omhoog schrijven. Het huidige AVI-systeem loopt tot AVI E7 (eind groep 7). Die groepsaanduiding is natuurlijk een gemiddelde. Het ene kind leest in groep 5 al AVI E7, het andere komt daar nooit aan toe. Ik heb net het boekje De vliegende cavia geschreven en dat moet AVI M7 worden. Dus het op een na hoogste niveau.
Ik heb de tekst al drie keer doorgelopen om elke zin te bekijken en aan te passen. Ik heb alle persoonsnamen veranderd: Joop werd Johannes, Katja werd Jacqueline, Snuf werd Snuffie, maar het niveau was nog steeds te laag. Opa’s flat werd een appartement, opa werd grootvader, het park een stadspark, de boom een kastanjeboom. Moeilijke bijvoeglijke naamwoorden werden toegevoegd: een bordeauxrode stof, een emaillen pan. Ik puzzel me suf om de meest moeilijke en lange woorden te gebruiken, daarbij telkens afwegend of het de tekst wel ten goede komt. Want ik wil geen lelijke boeken schrijven of nodeloos moeilijk doen.

Bij het berekenen van het AVI-niveau wordt de tekst in stukken geknipt en doorgemeten. Hieronder een stukje berekening waarbij het ene fragment op AVI E6 en het andere op AVI M6 uitkomt.

AVI berekening

Is AVI er voor het onderwijs of voor leesplezier?

AVI is een handig systeem voor leerkrachten om de leesvaardigheid van kinderen te meten en ze op niveau te laten oefenen. Hiervoor zijn leesboekjes nodig. Maar we moeten  niet  doorslaan en kinderen, die technisch moeilijke woorden kunnen lezen, boekjes voorschotelen die vol staan met lange, overbodige woorden.
Ik neem aan dat in de toetsmethodes oefenteksten staan, die kinderen zonder haperen moeten kunnen lezen. Vervolgens moeten ze veel lezen. Mijns inzien zouden ze elk boek moeten mogen lezen dat ze aankunnen en dat ze leuk vinden.
Ik maakte tijdens een schoolbezoek mee dat een meisje tegen mij zei: ‘Dat boek mag ik niet meer lezen, want ik zit al op AVI …’. Dat is natuurlijk absurd. Net zoals het absurd is om een boek te schrijven dat op elke pagina AVI E7 is. Dan kun je kinderen beter een wetenschappelijke tekst voorschotelen.
De uitgeverij ziet dit probleem overigens ook en heeft daarom gesteld dat alleen fragmenten op AVI E7 geschreven moeten zijn en de rest van het boek mag op AVI M7. Maar ook dat is lastig, want dialogen die ik in spreektaal schrijf, zijn veel te ‘makkelijk’.

Een voorbeeld:  

‘Ik ga naar huis,’ zegt Myrthe.
‘Kom je morgen weer?’ vraagt opa.

Dat zou voor AVI E5 minstens moeten worden:

‘Ik ga huiswaarts,’ deelde Myrthe haar grootvader mee.
‘Ik verheug me morgen wederom op je bezoek,’ antwoordde grootvader.

Dat moeten we niet willen, toch?

Loading

4 Reacties

  1. Dank je wel! Soms fijn om zo’n compliment te krijgen. Groetjes aan Sophie. :)

  2. Sophie is gek op je boeken! De figuren beleven ongewone avonturen alsof rare dingen normaal zijn en normale dingen raar. Nuchter en fantasie. Blitz daar geniet ze van en ook al heeft ze avi 7 op school,…..in haar vrije tijd leest ze boeken die zij super vind! Zo prachtig hoe je de belevingswereld van kinderen weet te raken!

  3. Naast AVI hou je natuurlijk ook rekening met de interesses van kinderen in bepaalde leeftijdcategorie en met hun leeservaring. Sprongen in tijd en perspectief zijn voor beginnende lezers erg lastig. En hoe langzamer de kinderen lezen, hoe meer er moet gebeuren in de tekst. Anders verveelt het snel.

  4. Erg met je eens en dan hebben we het nog helemaal niet eens over ‘lezen met plaatjes’ Dankzij beeldmateriaal of het ontbreken ervan kun je het niveau ook beïnvloeden. Ik vind het prachtig als kinderen leeshonger krijgen en dat is een belangrijk onderdeel om de leesontwikkeling te stimuleren. AVI is een niveaubepaling, maar voor de haalbaarheid van het lezen van een boek tellen meer aspecten. (o.a. motivatie en interesse)
    Kortom: laten we teksten vooral beoordelen in al hun facetten en niet enkel niveau. Daarnaast hoop ik dat auteurs de inhoud belangrijk maken en niet zomaar ondergeschikt aan niveau.

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.